16 mei 2015 – 11.00 uur: Mijn lijf en ik hebben seks en liefde nodig

Ik maak me zorgen. Het is te lang geleden dat ik gesekst hebt. Écht gesekst. Dat is niet goed, ik voel het aan mijn lijf. Het gekke is, dat vuurtje dat ik veel te vaak voel zonder dat er gehoor aan wordt gegeven, of nou ja in ieder geval niet op de manier zoals ik dat echt zou willen, was in de voorlaatste fase van mijn samenzijn met De Ex zo goed als non-existent.

Een van de redenen voor hem om het buiten de deur te zoeken. Wat bij mij tot de reactie leidde dat het -jaloerse- vuur in alle hevigheid oplaaide om vervolgens toen bleek dat die strijd gemakkelijk gewonnen was, weer zachtjes uit te doven.

Ik ben altijd vrij braaf geweest, vanuit een soort schijterigheid maar ook zeker en dat wil ik ook niet ontkennen, vanuit een soort moraal, die er bij mij ingestampt was op een of andere manier. Er zat een blokkade tussen hoofd en lijf die, toen ik een intensief zelfontwikkelings-traject heb gevolgd waarbij lichaamswerk de hoofdmoot was, langzaam maar zeker oploste.

Vorig jaar besloot ik daarom maar eens wat “wilder” te gaan worden op het seks-vlak, mezelf meer los te laten. Omdat ik zeker wist dat dit ook z’n weerslag zou hebben op mijn algehele staat van zijn.

Dus heb ik een keer een heuse hotelsex-date gehad. We kenden elkaar van de app, dat was zo  leuk dat ik dacht: ‘Ach let’s do it!’. Gewoon overdag, in zo’n Ibis-geval ergens. Drie uur lang dikke fysieke pret. Vooral het start-moment was hilarisch; want wanneer gaat de small talk nou over in datgene waarvoor je gekomen bent? Bij ons terwijl we wat schutterig bij de lift stonden, op weg naar de geboekte kamer. Wat een binnenpret had ik. Nooit gedacht mezelf in zo’n situatie terug te vinden. En de man in kwestie was nog echt heel leuk ook. Helaas teveel ingewikkeldheden op privévlak dus geen relatiekansen. Maar dat hoeft ook niet altijd. Vind ik dus nu. En dit is inderdaad in het algemeen behoorlijk bevrijdend geweest.

Ook heb ik een paar maal van alles met iemand gedaan gewoon omdat ik er op dat moment zin in had en niet omdat ik diegenen nou persé zo leuk vond. God nee zeg, ik hoop dat ik ze nooit meer tegenkom zelfs…

Hoe het ook zij, uiteindelijk ben ik er achtergekomen dat voor mij wel belangrijk is dat ik íets van het goede romantische gevoel voor iemand heb, anders vind ik er eigenlijk niet veel aan. En blijft er achteraf vooral een gevoel van (fysieke maar ook mentale) armoe achter.

Zo was er laatst nog een date. Ja, ik had maar weer eens een date omdat ik wilde ervaren hoe ik een ander zou kunnen vinden nu ik De Vriend heb laten weten dat ik niet klaar ben voor de all or nothing. Deze man was op papier helemaal mijn type: vlot, knap, slim, boyish mannelijk, enthousiast, lichtjes arrogant, sportief, muzikaal…

Het gesprek ging over in zoenen. Eerlijk is eerlijk, dat kwam vooral van hem uit, ik was eigenlijk nog in het gesprek. Wat vooral over hem ging maar er was nog genoeg wat ik niet wist dus dat kon nog wel even.

Anyways, het zoenen; het voelde wel okay, zijn mond maar tegelijkertijd gebeurde er niets bij mij. Ik merkte dat ik vooral bezig was te bedenken wat ik ervan vond. Maar we gingen wel door. Op zo’n vlakke manier die maar niet overgaat in het prettige want smeuiige werk. Dus in het hoofd, niet in het lijf: “Waarom ga ik door? Vind ik dit nou fijn? Wat wil ik hier mee? Ik weet nu al dat meer dan zoenen zéker niet hoeft van mij. etc…”.

Toen voelde ik me moe worden. Doodmoe. Zo moe dat ik het niet op kon brengen om te stoppen en te zeggen wat ik eigenlijk wilde zeggen. Namelijk: “Weet je, je bent leuk, en knap en je kunt goed over jezelf praten en je zoent normaal gesproken vast heerlijk maar ik vind er eigenlijk geen klap aan…”

Nee, wat gebeurt er; híj gaat ineens rechtop zitten en zegt: “Ik denk dat ik maar eens naar huis ga….”. Terwijl hij het zei keek ik hem aan en dacht: hij voelt zich net als ik, geloof ik. Maar tóch, ja zeg, háa-lloo …? Toen hij weg was heb ik zitten grinniken en ben in diepe slaap gestort. Alleen overall beklijft een armoedig gevoel over die avond. En ik heb besloten dat ik dát dus nooit meer wil.

En nu, mijn lijf vertelt me dat het – mits op de goede manier- wél wil. Ik mis geloof ik De Vriend. Zou dat het zijn?

16 mei 2015 – 11.00 uur: Mijn lijf en ik hebben seks en liefde nodig

15 mei 2015 – 19.00 uur: afsluiten en vooruitkijken

Terwijl de meivakantie in prettig ritme voorbij glijdt, doen zich zo links en rechts een aantal leuke vooruitzichten voor op het vlak van werk. Het is grappig, ik heb mezelf maar voorgehouden: het komt wel goed, het komt wel goed. Vooral ook omdat ik geen zin had ook dáár nog eens wakker van te moeten gaan liggen -inmiddels lig ik van allerlei zaken alleen weet ik niet precies welke, nachtelijks vanaf 4 uur wakker- en het me verstandig leek dus maar op mezelf en mijn talenten te vertrouwen. En goddank; ook anderen blijken dat te doen 🙂

Op mijn (oude) werk ben ik aan het afronden maar het gekke is dat opgezegd hebben maakt dat ik me er bijna niet meer heen kan slepen. Ik heb er gewoon geen zín meer in. Die vervelende bijna-ex collega die ik elke keer toch weer zie en die net doet alsof er niets aan de hand is terwijl ik het liefst mijn schoenzool tegen zijn vervelende achterwerk zou willen planten. Daarbij: op het moment dat je hebt laten weten dat je gaat, blijkt ook je status direct van generlei waarde meer te zijn. Dus ongeacht het gegeven dat ik er nog twee maanden rondloop, doen de meesten net of ik al niet meer besta. En ben ik daar ook werkelijk voor Jan-met-de-korte-achternaam. Zelden zo iets demotiverends meegemaakt.

Fijn dus om ook concreet naar voren te kunnen kijken, naar leuke kansen. Fijn om te weten dat er er mensen zijn -en niet de minsten- die vertrouwen hebben in mijn kunnen. Ha! Dat ik daarin niet de enige ben.

15 mei 2015 – 19.00 uur: afsluiten en vooruitkijken

9 mei – 16.30 uur: Teleurstelling over het goede

Soms heb ik het gevoel dat ik alles en iedereen teleurstel. Mijn kinderen, De Ex, De Vriend, De Ouders en last but not least Mezelf. Want met al dat ge-teleurstel stel ik vooral mezelf enorm teleur. Met name door het niet-aflatende boze gevoel dat ik op mezelf heb.

De Vriend, met grote waarschijnlijkheid de liefste man met het grootste hart van de hele wereld, heb ik laten weten dat ik er niet klaar voor ben. Voor het soort relatie dat hij wil; met alles erop en eraan. Eerst dacht ik dat het juist precies was wat ik wilde, zo’n relatie. Maar ineens wist ik dat ik t (nu nog) niet wil.

Met deze man is het óf dat óf niet. Dat verdient hij ook.

Maar ik snap mezelf niet. Wáárom doe ik dit? Hoezo weet ik dit? En toch weet ik het. Iets in mij vertelt mij dat. Ik kan, als ik helemaal de diepte in ga ook nog beredeneren waarom, tenminste, ik dénk dat ik dat kan. Maar feitelijk gaat het daar niet om. Waar het om gaat is dat ik het zo voel en dat ik voor het eerst van mijn leven eens een keer écht naar dat gevoel ga luisteren en het niet ga wegredeneren met al die redenen die ik kan bedenken waarom dit idioot is van mij.

In het verleden ben ik zo boos en verdrietig geweest omdat ik niet naar mezelf luisterde. Iedereen serieus nam behalve mezelf. In sub-optimale realiteiten zat en eraan vasthield omdat ik verkoos mezelf te ontkennen. Een destructieve manier van zijn.

Dus nu, voor het eerst en against all odds, luister ik naar mezelf. Terwijl ik op dit moment rationeel vooral zie wat ik ermee verlies. Of in iedere geval wat ik op de waagschaal leg. Het verdriet zie en voel wat ik ermee veroorzaak. Onberedeneerd klote.

Maar onder al dat alles voel ik iets lichts, dat de zwaarte vervangt die maakte dat ik niet kon slapen. Dus het is goed.

Zeg ik.

9 mei – 16.30 uur: Teleurstelling over het goede

5 mei 2015 – 23.00 uur: Hield mijn hart vast en ben nu best trots.

Als ik zeg dat ik mijn hart vast hield, bedoel ik dat in dit geval letterlijk…

De vriendin van de Ex was voor het eerst bij hem terwijl de kinderen daar ook waren. Ze gingen een gezellig middagje/avondje met elkaar hebben. Dat werd mij in de ochtend medegedeeld en hoewel ik haar een aardig iemand vind en mijn kinderen dit ook weten en ik hoop voor ieders sake dat zij haar ook leuk vinden, voelde het alsof mijn hart wegzakte. Richting maag en dieper.

Wat viel mij dit zwaar zeg. Wat heb ik op mijn handen moeten zitten om mijn dochter niet te appen dat, als er ook maar íets was, ze naar mij mocht komen. Wat heb ik op mijn kiezen moeten bijten om niet allerlei narrige berichtjes te sturen, gewoon omdat ik er zo’n rotgevoel bij had en dus wilde dat anderen zich ook rot voelden. In ieder geval niet blij. Niet zonder míj erbij…!!!

Daar zat dus iemand anders. En nu echt. Op míjn plaats. Naast mijn kinderen. Leuk te zijn.

Heel onberedeneerde angst trok door mijn lijf. Voor verlies. En voor afgaan. Vergeten worden. En ook verdriet, voor wat was en nu niet meer.

Het lukte me om stil te blijven. Niet(s) te doen. En dan ook letterlijk niet, want ik was weer voor even totaal verlamd… Maar ik heb mezelf steeds voorgehouden: “Het is goed zo. Dit is fijn voor de kinderen. Denk aan je kinderen.”  En dat werkte. Het lukte me om grootser te zijn dan mijn ego eigenlijk wilde op dat moment.

Gelukkig liep ik eind van de dag mijn vriendin tegen het lijf. Zij zag dat er wat was. Dus ik vertelde het terwijl de tranen over mijn wangen liepen. Dat was fijn, dat ik heel even gewoon tegen iemands schouder verdrietig en bang kon zijn. Iemand anders dan ikzelf die me vertelde dat ik sterk was en dat het goed was zo.

En zo zijn we weer een stapje verder in dit loodzware proces…

5 mei 2015 – 23.00 uur: Hield mijn hart vast en ben nu best trots.

30 april – 10.35 uur: In maag met De Ex

Het is gekmakend hoe slecht ik me nog kan voelen over bepaalde interacties tussen De Ex en mij. En met slecht bedoel ik: gekrenkt, verdrietig, wanhopig, machteloos en vooral: GERTERGD.

Het verwondert me. Want in de zin van liefde, zoals je graag wil dat die er in een liefdesrelatie is,  heb ik geen gevoelens voor hem. Allang niet meer. Ik ben blij dat ik niet meer naast hem wakker word, laat staan dat ik met hem ga slapen. Zijn nieuwe vriendin vind ik een prettig iemand en ik heb er geen moeite mee dat zij samen zijn. In dat opzicht zit er dus niets tussen.

Maar mán, wat kan die kerel mij woest maken!! Door zijn manier van non-communiceren en onbereikbaarheid mij zo vaak op informatie-achterstand zettend of in het donker tastend laten. Gekoppeld aan zijn zogenaamd “redelijke” manier van doen, ondertussen mij op passief-agressieve wijze in een hoek drijvend, waar ik vervolgens klauwend, blazend, briesend en grommend uitkom. De immer-boze en onredelijke woesteling lijkend.

Dat laatste klopt want ik zou hem het liefste alle hoeken van mijn huis op zo’n moment willen laten zien en dan niet op de léuke manier. Dit spat uit al mijn poriën dus mijn kinderen vinden ook altijd hun vader zielig en mij een boos mens. Wat me nog woester maakt. Uiteindelijk ontaarden deze momenten iedere keer in radeloze tettersessies en daarna gierende huilbuien van mij.

Want ik wil dit zo graag niet meer hoeven voelen. Niet meer in opgezogen worden. Niet meer door opgezweept en weggesmeten worden.

Maar elke keer gebeurt het. Voel ik me verraden door degene die me had beloofd dat nooit te zullen doen. Die me had beloofd er voor míj te zijn; allereerst en vooral voor mij, zoals nog nooit iemand er voor mij was geweest.

Maar jaren heb ik dat zo vaak niet ervaren, waren andere dingen belangrijker, ondanks mijn smeekbedes. Machteloos voelde ik me. En de liefde sijpelde steeds een beetje meer en verder weg. Totdat op een dag ook nog eens íemand anders belangrijker bleek.

De getergde, machteloze en radeloze pijn die ik nu nog steeds kan voelen, maakt mij duidelijk dat ik dit verraad nog altijd niet te boven ben. Want het voelt precies als die keer dat De Hork voor de deur stond. De Hork, een lul van een vent, die mij kwam vertellen dat Mijn Lief en Zijn Vrouw ….

Het daarna wanhopig vasthouden aan wat er nog was, samen spartelend in de golven van liefde en verdriet. Uiteindelijk het besef dat we zouden verdrinken als we elkaar vast bleven houden. Beter loslaten en alleen verder.

Maar af en toe zijn die golven voor mij nog te hoog.

30 april – 10.35 uur: In maag met De Ex

26 april – 14.30 uur: In de Gloria

Ben overweldigend aangeschoten, midden op de dag vanwege de verjaardag van mijn voormalig schoonmama. Daar die lieve mensen helemaal nergens iets aan kunnen doen, altijd erg lief zijn gebleven en oprecht verdrietig waren dat het allemaal mis ging, doe ik mijn best om die band aan- en goed te houden, niet eens alleen voor de kinderen.

Dus natuurlijk ging ik even langs. De rest van het gezin gaat vanavond, ik mocht ook wel mee maar dan heb ik een date met De Vriend. Sorry, dat gaat dan toch wel even voor 😉

Daar aangekomen zaten wat gezellige grijsaards in een typisch Hollands kringetje. Ik ken dit soort verjaarsmomenten niet van huis uit. Bij mij thuis ging en gaat dat altijd anders. Als het gevierd wordt dan per definitie groots en meeslepend (denk: veel eten en drinken), ongeacht het aantal jaren, vrienden maar voorál veel familie. Het Hollandse kringetje met koffie en een stukje taart is daarbij eigenlijk geen gebruik.

Godzijdank is mijn voormalig schoonmama inmiddels ook steeds vroeger van de wijn. Dus toen ik binnenkwam werden om even over 12 de eerste glaasjes ingeschonken. Mooi zo. Doe mij ook maar een groot glas wit graag.

Met name mijn voormalig schoonpapa en ik kunnen goed met elkaar overweg. Ik durf eigenlijk wel te stellen dat er zonder woorden dikke liefde bestaat tussen ons. Dit ontroert mij. Deze man die soms zo kan stikken in zijn emoties maar er geen woorden aan kan geven. Die, als hij geniet, gewoon licht geeft en wiens ogen bijna zijn gezicht uitstralen.

Zo stralend keek hij mij over de rand van zijn glas aan. Ik keek terug en wij hielden ons glas even hoog naar elkaar. En als altijd bij mij, als hij merkt dat zijn emotie beantwoord wordt met een zelfde intensiteit, schoten de tranen hem in de ogen.

Mijn achtergrond, cultuur en opvoeding maken dat voor mij juist deze soort verbinding natuurlijk is en ook van nature komt. Hij kent dat niet van huis uit, zij allemaal niet. Maar dat wil niet zeggen dat het er niet ín zit. En juist dat ontroert mij zo. Het pure, en verbaasde maar ook het dankbare en het er kunnen laten zijn. Moedig vind ik dat.

Precies dit is wat ook tussen mij en de vader van mijn kinderen was en nog steeds is. En dat maakt mij dan weer heel dankbaar; dat het goede blijft terwijl het verdriet met de tijd oplost.

26 april – 14.30 uur: In de Gloria

25 april – 12.15 uur: In vertwijfeling over de liefde (en over tal van andere zaken maar da’s eigenlijk dagelijkse kost)

Op een of andere manier krijg ik het iedere keer weer voor elkaar om op iemand te vallen die ook op mij valt (dat is het goede nieuws) maar die daar eigenlijk helemaal geen tijd voor heeft (dat is het minder goede nieuws).

Dit keer is het me wel heel erg goed gelukt. Want terwijl er drie koene ridders druk doende waren mijn aandacht te trekken (een kwam ineens na een half jaar de bocht weer om, een goddelijk exemplaar: geestig, knap en succesvol maar een hele beroerde zoener waardoor mijn lust in hem direct verging) viel ik als een blok voor degene die nu De Vriend is.

En De Vriend is drukker met alles wat hij al doet en op zijn bordje heeft ook voordat ik in zijn leven verscheen dan zijn voorgangers tezamen lijkt het wel. Wat resulteert in zeer sporadische momenten samen die ook meestal onder een bepaalde tijdsdruk staan. Niet bepaald heel romantisch of ontspannend…

Ik realiseer me dat ik heb geleerd van mijn wat rommelige afgelopen jaren waar het mannen betreft. Mijn belangrijkste lessen:

1) niet met meerdere dates tegelijk een lijntje houden, ook niet als het allemaal helemaal niet serieus is; daar ben ik te ongeorganiseerd voor, dat gaat niet goed, daar komt men achter. Soms is boosheid het gevolg en soms is het een signaal om er dan zelf ook meerdere betrekkingen op na te houden. Een totale no-go voor mij, daar ben ik véél te jaloers en eerzuchtig  voor.

2) Op tijd uitspreken wat me dwars zit en er niet op gaan broeden: dan komt er teveel druk op, stik ik in mijn woorden als ik het dan uiteindelijk wel zeg en komt het er totaal verrot uit of ik ga er zó lang over nadenken dat het er niet verrot maar wel heel niet-eigen of belerend uitkomt waardoor het signaal ook tamelijk verwarrend is.

3) niet te veel en te vaak schriftelijk (lees per mail) communiceren: ik heb de neiging zo op te gaan in mijn schrijfsels dat het teveel is, zelfs voor een in potentie goede verstaander op wie ik vervolgens als lamenterende zwakzinnige overkom.

4) vertrouwen op mijn gevoel en niet het stemmetje achter in mijn hoofd afdoen als zeurpiet en zeiksnor: als stemmetje en buikgevoel met elkaar overeenkomen dan klopt dit en moet ik er wat mee. Want anders verval ik uiteindelijk in 2) en 3) samen en met een beetje pech komt 1) er ook bij en dan is het feest compleet.

Dus.

De Vriend.

Drie weken geleden heb ik de andere ridders laten weten dat ik geen tijd meer met hen kon doorbrengen, noch digitaal noch live. Dat ruimde prettig op en even was de helderheid zeer rustgevend en tevreden-makend. Maar het was ook wel erg stil. Terwijl ik me wel heel lente-achtig, lustig en dartel voelde vanwege de leuke maar ook afwezige Vriend.

Tot gisteren mijn Buik verried: dit gaat niet goed zo, verliefde gevoelens kunnen geen kant op en nemen daarom af in sterkte. Stemmetje zei: het begint echt heel irritant te worden, dat geen tijd hebben voor leuke dingen samen….

Daarom heb ik De Vriend een app gestuurd (we appen niet vreselijk veel maar dat is juist verfrissend en oprecht prettig): niet te lang maar wel heel helder. Over hoe ik het allemaal natuurlijk heel goed begrijp maar hoe het nu zo is en dat dit niet werkt voor mij. Het fijne is dat Vriend mijn oproep direct ter harte nam. That is; ik kreeg een prachtig epistel terug. En vanmorgen nog een. Over hoe fijn hij mijn openheid vindt, hoe zeer het hem aan het hart gaat en over hoe ik zijn prioriteit ben.

Dat maakte mij blij. En ik vroeg hem wanneer we elkaar kunnen zien, vandaag of morgen.

Het blijft vooralsnog angstvallig stil….

25 april – 12.15 uur: In vertwijfeling over de liefde (en over tal van andere zaken maar da’s eigenlijk dagelijkse kost)

22 april – 21.40 uur: PS

Die collega from hell, die mij laatst een hate-mail stuurde en wiens reply op mijn ijzige reply op zijn hate-mail ik direct gedelete heb, deed deze  maandag alsof er niets aan de hand was en groette mij vriendelijk.

Terwijl mijn ‘hoi” ergens achter in mijn keel bleef hangen en klonk als “hoirrrmppff” omdat hij me totaal off guard trof, trok een koude rilling langs mijn ruggengraat omhoog. Deze man is niet okay.

Het signaal gaat op rood.

22 april – 21.40 uur: PS

22 april – 19.30 uur: benen omhoog, witte wijn in de hand

Zo, ik zit even lekker. De kinderen worden groter en zijn permanent bezig de aandacht te krijgen door verhalen te vertellen, die overgaan in discussies, die overgaan in ruzies, die overgaan in gehuil. Altijd van de kleinste. Het enige wapen wat hem nog rest als hij op elk ander vlak het onderspit delft.

En dan rest mij alleen nog maar om – als ik een goede bui heb – de boel en vooral hem te sussen met veel kusjes en geruststellend gewauwel of -als ik een slechte bui heb – nog harder dan zij allen bij elkaar te gaan tetteren. Met als resultaat dat de kleinste nog harder huilt. De middelste twijfelt of hij ook zal meedoen maar meestal kiest voor meesmuilend zwijgen met zuinig vertrokken mondje en de oudste mij minachtend aankijkt: “Nice job, mám…”. Waarna ik zin heb om te huilen omdat ik soms ook niet weet hoe ik het anders moet doen.

Vandaag was ik in een uitstekende bui dus er werd gekust en gesust, gejodeld en gelachen. En dan ben ik op mijn gelukkigst, lekker met die drie apies, dikke lol met elkaar, de gekste verhalen, waarin ik altijd de boventoon voer omdat ik niets heerlijker vind dan om ze aan het lachen te maken, zij aan mijn lippen hangen en smeken om méér.

Ja. Ze worden groot. De oudste checkt haar Instagram om te zien hoeveel likes en followers ze heeft terwijl ze voor een proefwerk leert, de andere twee zitten in bad en spelen Michiel de Ruyter na.

Oftewel, ik lig straks op mijn knieën die badkamer te dweilen… maar kan mij het schelen. Ik zit tenminste even lekker, met een groot glas koele witte wijn. Voor mee uit te genieten. En te bedenken dat het allemaal zo simpel kan zijn: geluk, je goed voelen, blij zijn met wat er is en hoe je het hebt. Het kleine geluk dat op die momenten zo overduidelijk het écht grote geluk is…

22 april – 19.30 uur: benen omhoog, witte wijn in de hand

22 april – 11.45 uur Status: sportief

Uit mijn bed geboord door bouwvakkers die vanmorgen een uitstekend moment vonden om bij mijn buurhuis een muur van binnenuit met drilboor door te breken, was mijn wekelijkse twijfel moment “wel of niet naar hockeytraining” vanzelf bedwongen. De vraag was nu nl: “hoe snel kan ik mijn huis uit om van dat verschrikkelijke geluid af te zijn??” Een en ander speelt zich hemelsbreed 5 meter van mijn hoofdkussen af.

Dat hockeyen is een ding apart.  Ik zit in een team met leuke vrouwen en gelukkig niet de typische hard-core hockey-wijven (“Kom we beuken er even dwars doorheen, kan mij het schelen dat we 40+ en brozer zijn” of “Kom, ik geef die bal eens even een enorme ram, en hark mijn stick zowel in de achterzwaai in iemands kruis als bij de opzwaai tussen iemands tanden, moeten ze maar aan de kant want ik kan het heel goed dus aan mij ligt het niet!”). En het is gelukkig ook geen team met van die typische hockey-moeders die de hele dag druk doende zijn hun zwaar getalenteerde kroost in de selécties te krijgen en alle commissies daarom óf te bezitten óf lastig te vallen.

MIjn team bestaat voornamelijk uit relaxte, leuke, wel betrokken als hun kids hockeyen maar niet zo dat het jeugdige succes op hen als ouders – de eígenlijke succesnummers want ten slotte hun genen – af moet stralen.

De helft kan er geen hout van. Sommigen kunnen het aardig, Een paar kunnen het ok. En bij wie je ook hoort, het is goed, want we zijn allemaal oud en stram en willen graag onze tanden, handen en knieën in één stuk houden. Zo ook ik. Vroeger best leuke bal gespeeld, inmiddels vooral druk bezig mijn rug niet te breken in die rare gebogen houding die volgens mij uitermate onnatuurlijk en slecht is.

Maar soms, heel soms, gaat het een klein momentje even zo leuk en zo lekker, dat je je weer even 15 waant. Met bijhorende hertenbenen in mooie kleurige sokken.

Dat is een mooi moment.

22 april – 11.45 uur Status: sportief