22 april – 19.30 uur: benen omhoog, witte wijn in de hand

Zo, ik zit even lekker. De kinderen worden groter en zijn permanent bezig de aandacht te krijgen door verhalen te vertellen, die overgaan in discussies, die overgaan in ruzies, die overgaan in gehuil. Altijd van de kleinste. Het enige wapen wat hem nog rest als hij op elk ander vlak het onderspit delft.

En dan rest mij alleen nog maar om – als ik een goede bui heb – de boel en vooral hem te sussen met veel kusjes en geruststellend gewauwel of -als ik een slechte bui heb – nog harder dan zij allen bij elkaar te gaan tetteren. Met als resultaat dat de kleinste nog harder huilt. De middelste twijfelt of hij ook zal meedoen maar meestal kiest voor meesmuilend zwijgen met zuinig vertrokken mondje en de oudste mij minachtend aankijkt: “Nice job, mám…”. Waarna ik zin heb om te huilen omdat ik soms ook niet weet hoe ik het anders moet doen.

Vandaag was ik in een uitstekende bui dus er werd gekust en gesust, gejodeld en gelachen. En dan ben ik op mijn gelukkigst, lekker met die drie apies, dikke lol met elkaar, de gekste verhalen, waarin ik altijd de boventoon voer omdat ik niets heerlijker vind dan om ze aan het lachen te maken, zij aan mijn lippen hangen en smeken om méér.

Ja. Ze worden groot. De oudste checkt haar Instagram om te zien hoeveel likes en followers ze heeft terwijl ze voor een proefwerk leert, de andere twee zitten in bad en spelen Michiel de Ruyter na.

Oftewel, ik lig straks op mijn knieën die badkamer te dweilen… maar kan mij het schelen. Ik zit tenminste even lekker, met een groot glas koele witte wijn. Voor mee uit te genieten. En te bedenken dat het allemaal zo simpel kan zijn: geluk, je goed voelen, blij zijn met wat er is en hoe je het hebt. Het kleine geluk dat op die momenten zo overduidelijk het écht grote geluk is…

22 april – 19.30 uur: benen omhoog, witte wijn in de hand