21 mei – 12.50 uur: Wat. Een. Rúk-moeder..

Mijn god, wat kan ík toch verschrikkelijk domme dingen doen. Ik verbaas me er bijna over: zó ondoordacht, zó impulsief. En vaak, in ieder geval té vaak, zijn mijn kinderen daarvan de Sjaak. Omdat ik me bij hen kennelijk dusdanig mezelf voel dat ik soms dus niet te lang ergens over nadenk (of helemaal niet).

Zo was vanmorgen die arme Middelste niet blij met mij. En terecht. Hij heeft zichzelf een aantal dagen geleden ernstig toegetakeld met een net geslepen mes, dat hij daarom prettig scherp vond om mee te doen wat hij ermee wilde doen, ik was er niet bij. Hij schoot hij al doende uit -logisch, daar wacht ik al drie jaar op- tssjaaakkk; in zijn been. Hij had nog wel een automatische  polsbeweging gemaakt waardoor het meer een diep-ontvellende huidkerf dan een recht naar beneden, slagader doorhakkende beweging was. Maar toch, érnstig.

De dokterspost echter had kennelijk op gehoor gevonden dat het niet ernstig genoeg was om te hechten en hadden aangeraden te verbinden. Zij waren de zwaluwstaartjes vergeten te vermelden en de Ex leek het ook voldoende zo. Toen ik een dag later de jaap zag, dacht ik daar anders over,  ik ben dan ook een schijtlaars waar het aangesneden vlees, bloed, pus en dat soort engigheid aangaat. Op een of andere manier word ik ondanks gegriezel wel kordaat: “Kom op schat, even tanden op elkaar, bij elkaar houden dat vlees en dan doe ik er de zwaluwstaarten op. Yes!! Stoere kerel, ik ben trots op je!”

Even buiten diep ademhalen, voor elkaar: wij kunnen dat! Ieuw ieuw ieuw, jek jek..!

Vanmorgen wilde ik de wond even zien. Inmiddels zat er een grote, doorzichtige plakker op met daaronder een gaasje en daaronder de zwaluwstaartjes. Middelste had moeite met die grote plakplaat. Dus ik zei: “kom op schat, in één keer.” Echter dat was teveel gevraagd voor zijn moed, dat durfde hij zichzelf even niet goed aan te doen.

Zonder te checken waarom, ontaarde moeder die ik ben, grijp ik in een hem volledig verrassende beweging het losse hoekje en rúk in één keer die hele plaat (10×5 cm) eraf. Het kind was 1 seconde totaal flabbergasted en schoot vervolgens jammerend alle kanten op. Wat een pijn had hij…. Toen ik nog een keer goed keek, bleken er twee blaren onder die plakplaat te hebben gezeten die door mijn ruk lekker opengerukt waren.

Niet bij stilgestaan, niet bij nagedacht. Gewoon: RRÚÚÚKKKK  die loeigrote pleister eraf.

Arm, arm, kind. Je zal zó’n moeder hebben…

Trouwens, alle Jezus’ op een stokje, wat zag dat er niet best uit, de zwaluwstaarten en goedbedoelde verzorging van beide kanten ten spijt.  Wij spoeden ons dus richting huisarts …

21 mei – 12.50 uur: Wat. Een. Rúk-moeder..

8 gedachtes over “21 mei – 12.50 uur: Wat. Een. Rúk-moeder..

Plaats een reactie